Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Maar] tot de heiligen, die op de aarde zijn, en de [5]heerlijken, in dewelke al mijn lust is. 5. Of, voortreffelijken, aanzienlijken; alzo noemt hij de gelovigen en heiligen, omdat zij Gods kinderen en erfgenamen zijn. Van het Hebr. woord, zie boven hfdst.8 vs.2.